Slimmer werken,
blije klanten

De onderwerpen die in deze Body of Knowledge (BOK) zijn opgenomen zijn verklaringen (subtekst) en cognitieve niveaus voor elk onderwerp of subonderwerp van het examen. Deze gegevens zullen door het Examination Development Committee worden gebruikt als richtlijnen voor het opstellen van examenvragen en zijn ontworpen om kandidaten voor te bereiden op het examen door specifieke inhoud te identificeren binnen elk onderwerp dat kan worden getest.

Overzicht: Six Sigma binnen de organisatie (15 vragen)

Six Sigma en organisatiedoelen
1. Waarde van Six Sigma
Inzien waarom organisaties Six Sigma gebruiken, hoe ze haar filosofie en doelen toepassen en hoe Six Sigma ontstond (Juran, Deming, Shewhart, enz.). Beschrijf hoe procesinput, output en feedback een invloed hebben op de wijdere organisatie. (Begrijpen)

2. Organisatorische drijfveren en statistiek
De belangrijkste drijfveren voor het bedrijfsleven kunnen identificeren (winst, marktaandeel, tevredenheid van de klant, efficiëntie, productdifferentiatie) en begrijpen hoe belangrijke statistieken en scorecards worden ontwikkeld en invloed kunnen hebben op de hele organisatie. (Begrijpen)

3. Organisatorische drijfveren en Six Sigma projecten
Beschrijf het selectieproces voor projecten en leg uit hoe je vaststelt of de Six Sigma verbeteringsmethodiek (DMAIC), dan wel een andere probleemoplossende toepassing gebruikt kan worden. Bevestig dat het project gekoppeld is aan de organisatiedoelen en deze ondersteunt. (Begrijpen)

Lean-principes binnen de organisatie
1. Lean concepten en hulpmiddelen
Het definiëren en beschrijven van concepten zoals value chain, flow, pull, perfection, enz., zowel als de hulpmiddelen die vaak gebruikt worden om verspilling te elimineren, zoals kaizen, 5S, errorproofing, value-stream mapping, enz. (Begrijpen)

2. Activiteiten met of zonder meerwaarde
Het identificeren van verspilling inzake van overtollige voorraad, ruimte, inspecties, herbewerking, transport, opslag, enz., en het verminderen van de doorlooptijd om de doorvoer te verbeteren. (Begrijpen)

3. Theorie van beperkingen
Beschrijf de theorie van beperkingen. (Begrijpen)

Design for Six Sigma (DFSS) binnen de organisatie
1. Quality Function Deployment (QFD)
Beschrijf hoe QFD past in het algemene DFSS proces.
(Begrijpen) [Opmerking: De toepassing van QFD wordt beschreven in II.A.6.]

2. Het vertalen van de vereisten van de klant
Helpen bij het vertalen van feedback van klanten tot projectdoelstellingen, met inbegrip van Critical to Quality (CTQ) kenmerken en verklaringen van vereisten. Gebruik “stem van de klant” toepassingen zoals Quality Function Deployment (QFD) om de vereisten van de klant tot prestatiemaatregelen om te zetten. (Toepassen)

Project Management basisprincipes
1. Projectcharter en probleemstelling
Het definiëren en beschrijven van de elementen van een projeccharter en het ontwikkelen van een probleemstelling, met inbegrip van de basislijn en verbeteringsdoelen. (Toepassen)

2. Projectomvang
Assisteren bij de ontwikkeling van de projectdefinitie / projectomvang met behulp van Pareto-grafieken, proceskaarten, enz. (Toepassen)

3. Projectstatistieken
Assisteren bij de ontwikkeling van de primaire en daaruit voortvloeiende statistieken (bijvoorbeeld kwaliteit, doorlooptijd, kosten) en belangrijke projectstatistieken die betrekking hebben op de stem van de klant. (Toepassen)

4. Hulpmiddelen bij projectplanning
Projecthulpmiddelen zoals Gantt-diagrammen, Critical Path Method (CPM), en program evaluation and review technique (PERT) grafieken enz. kunnen gebruiken. (Toepassen)

5. Projectdocumentatie
Input kunnen leveren en dan het juiste instrument voor de presentatie van projectdocumentatie kunnen kiezen (bijv. spreadsheets, storyboards, enz.) voor fasebeoordelingen, managementbeoordelingen en andere presentaties. (Toepassen)

6. Risicoanalyse van het project
Beschrijf het doel en het voordeel van risicoanalyse van projecten, inclusief de middelen, financiën, gevolgen voor de klanten en andere belanghebbenden enz. (Begrijpen)

7. Afsluiting van het project
Beschrijf de bereikte doelstellingen en pas geleerde lessen toe om extra kansen te identificeren. (Toepassen)

Management en planningshulpmiddelen
Het definiëren, selecteren en gebruiken van:
1) Affiniteitsdiagrammen 2) Interrelationship digraphs 3) Boomdiagrammen 4) Prioriteringsmatrices
5) Matrixdiagrammen 6) Process Decision Program (PDPC) grafieken en 7) Activiteitsnetwerkdiagrammen. (Toepassen)

Businessresultaten voor projecten
1. Procesprestaties
Bereken procesprestatiestatistieken zoals Defects per Unit (DPU), Rolled Throughout Yield (RTY), Cost of Poor Quality (COPQ), Defects per Million Opportunities (DPMO), sigmaniveaus en indices van de procescapaciteit. Het bijhouden van maatregelen i.v.m. procesprestaties om betere beslissingen te kunnen nemen. (Analyseren)

2. Failure Mode and Effects Analysis (FMEA)
Het definiëren en beschrijven van Failure Mode and Effects Analysis (FMEA). Beschrijf het doel en het gebruik van de schaalcriteria en bereken het Risk Priority Number (RPN). (Analyseren)

Teamdynamiek en prestaties
1. Teamstadia en dynamiek
Het definiëren en beschrijven van de stadia van teamevolutie, met inbegrip van forming, storming, norming, performing, adjourning en recognition. Het identificeren en helpen oplossen van negatieve groepsdynamiek zoals aanmatigende, dominante of terughoudende deelnemers, de onbetwiste acceptatie van meningen als feiten, groepsdenken, vetes, ploeteren, de haast tot prestatie, attributie, kortingen, “plops”, uitweidingen, afwijking, enz. (Begrijpen)

2. Six Sigma en andere teamrollen en verantwoordelijkheden
Het beschrijven en definiëren van de rollen en verantwoordelijkheden van de deelnemers van six sigma en andere teams waaronder Black Belt, Master Black Belt, Green Belt, Champion, executive, coach, facilitator, lid van het team, sponsor, proceseigenaar, enz. (Toepassen)

3. Teamhulpmiddelen
Het definiëren en toepassen van teamhulpmiddelen zoals brainstormen, nominale groep techniek, multi-voting, enz. (Toepassen)

4. Communicatie
Gebruik effectieve en passende communicatietechnieken voor verschillende situaties om barrières te overwinnen en succes te projecteren. (Toepassen)

Six Sigma – Meting (30 vragen)

Procesanalyse en documentatie
1. Procesmodellering
Ontwikkel en evalueer proceskaarten, schriftelijke procedures, werkinstructies, flowcharts, enz. (Analyseren)

2. Procesinputs en –outputs
Identificeer procesinputvariabelen en procesoutputvariabelen (SIPOC) en documenteer hun relaties door middel van oorzaak-en-gevolgdiagrammen, relationele matrices, enz. (Analyseren)

Kansrekening en Statistiek
1. Geldige statistische conclusies trekken
Onderscheid maken tussen enumeratieve (beschrijvende) en analytische (inferentiële) studies, en onderscheid maken tussen een populatieparameter en een monsterstatistiek. (Toepassen)

2. Centrale limietstelling en steekproefverdeling van het gemiddelde
Definieer de centrale limietstelling en beschrijf de betekenis daarvan voor de toepassing van de verklarende statistiek voor betrouwbaarheidsintervallen, controlediagrammen, enz. (Toepassen)

3. Basis van waarschijnlijkheidsconcepten
Het beschrijven en toepassen van concepten zoals onafhankelijkheid, wederzijdse uitsluiting, regels van vermenigvuldiging, enz. (Toepassen)

Het verzamelen en samenvatten van gegevens
1. Soorten gegevens en meetschalen
Het identificeren en classificeren van continue (variabelen) en discrete (attributen) gegevens. Beschrijven en definiëren van nominale, ordinale, interval-, en verhoudingsmeetschalen. (Analyseren)

2. Methodes voor dataverzameling
Het definiëren en toepassen van methoden voor het verzamelen van gegevens, zoals checksheets, gecodeerde gegevens, enz. (Toepassen)

3. Technieken voor het verzekeren van de nauwkeurigheid en integriteit van gegevens
Het definiëren en toepassen van technieken zoals willekeurige steekproeven, gelede steekproeven, de homogeniteit van steekproeven, enz. (Toepassen)

4. Beschrijvende statistiek
Het definiëren, berekenen en interpreteren van maatregelen in verband met verspreiding en centrale tendens, en het construeren en interpreteren van frequentieverdelingen en cumulatieve frequentieverdelingen. (Analyseren)

5. Grafische methoden
Het afbeelden van relaties door de constructie, toepassing en interpretatie van diagrammen en grafieken zoals stem-and-leaf plots, box-and-whisker plots, run charts, spreidingsdiagrammen, Pareto-grafieken enz. Het afbeelden van distributies door de constructie, toepassing en interpretatie van diagrammen zoals histogrammen, normale waarschijnlijkheidsgrafieken enz. (Creëren)

7. Kansverdelingen
Het beschrijven en interpreteren van normale, binomiale en Poisson, chi kwadraat, Student’s t, en F-distributies. (Toepassen)

Meetsysteemanalyse
Het berekenen, analyseren en interpreteren van de capaciteit van het meetsysteem met behulp van herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid (GR & R), de metingscorrelatie, bias, lineariteit, procent overeenkomst, en precisie / tolerantie (P/T). (Evalueren)

Procescapaciteit en prestaties
1. Procescapaciteitsstudies
Het identificeren, beschrijven en toepassen van de elementen van het ontwerpen en uitvoeren van procescapaciteitstudies, met inbegrip van het identificeren van kenmerken, het identificeren van specificaties en toleranties, het ontwikkelen van steekproefplannen en het verifiëren van stabiliteit en normaliteit. (Evalueren)

2. Procesprestaties vs. specificatie
Onderscheid maken tussen natuurlijke procesgrenzen en specificatiegrenzen, en bereken procesprestatiemetingen zoals procent defect. (Evalueren)

3. Procescapaciteitsindices
Definieer, selecteer, en bereken Cp en Cpk, en beoordeel de procescapaciteit. (Evalueren)

4. Procesprestatie-indices
Definieer, selecteer, en bereken Pp, Ppk, CPM en beoordeel de procesprestatie. (Evalueren)

5. Capaciteit op korte termijn versus lange termijn
Beschrijf de veronderstellingen en conventies die passend zijn wanneer slechts op korte termijn gegevens worden verzameld en wanneer slechts attribuutgegevens beschikbaar zijn. Beschrijf de veranderingen die optreden wanneer lange termijn gegevens worden gebruikt en interpreteer de relatie tussen lange en korte termijn capaciteit als het gaat om een 1,5 sigma verschuiving. (Evalueren)

6. Procescapaciteit voor attribuutgegevens
Bereken het sigma-niveau voor een proces en beschrijf de relatie tot Ppk. (Toepassen)

Six Sigma- Analyse (15 vragen)

Verkennende data-analyse
1. Multi-vari studies
Het creëren en interpreteren van multi-vari studies om het verschil tussen positionele, cyclische en temporele variatie te interpreteren; pas steekproefplannen toe om de grootste bronnen van variatie te onderzoeken. (Creëren)

2. Eenvoudige lineaire correlatie en regressie
Interpreteer de correlatiecoëfficiënt en bepaal zijn statistische betekenis (p-waarde); herken het verschil tussen correlatie en oorzakelijk verband. Interpreteer de lineaire regressievergelijking en bepaal zijn statistische betekenis (p-waarde). Gebruik regressiemodellen voor schatting en voorspelling. (Evalueren)

Hypothese-testen
1. Basisprincipes
Definieer en maak onderscheid tussen statistische en praktische betekenis en pas tests toe i.v.m. betekenisniveau, power, en type I en II fouten. Bepaal de juiste steekproefomvang voor diverse tests. (Toepassen)

2. Tests voor gemiddelden, varianties, en verhoudingen
Definieer, vergelijk en contrasteer statistische en praktische betekenis. (Toepassen)

3. Tests met gepaarde waarnemingen
Het definiëren en beschrijven van parametrische hypothesetests met gepaarde waarnemingen. (Begrijpen)

4. Single-factor variantieanalyse (ANOVA)
Definieer termen in verband met oneway ANOVA’s en interpreteer hun resultaten en dataplots. (Toepassen)

5. Chi kwadraat
Het definiëren en interpreteren van chi kwadraat en het gebruiken hiervan om statistische significantie te bepalen. (Analyseren)

Six Sigma – Verbetering en Controle (15 vragen)

Design of Experiments (DOE)
1. Basisbegrippen
Het definiëren en beschrijven van elementaire DOE begrippen zoals onafhankelijke en afhankelijke variabelen, factoren en niveaus, respons, behandeling, fout, herhaling, en replicatie. (Begrijpen)

2. Belangrijkste effecten
Het interpreteren van de belangrijkste effecten en interactieplots. (Toepassen)

Statistical Process Control (SPC)
1. Doelstellingen en voordelen
Beschrijf de doelstellingen en voordelen van SPC, waaronder het regelen van procesprestaties, het identificeren van speciale en gewone oorzaken, enz. (Analyseren)

2. Rationeel subgroeperen
Het definiëren en beschrijven hoe rationeel subgroeperen wordt gebruikt. (Begrijpen)

3. Selectie en toepassing van controlekaarten
Het identificeren, selecteren, construeren en toepassen van de volgende types van controlekaarten: X- -R, X- -s, individuals and moving range (IMR / XMR), mediaan (x ~), p, np, c en u. (Toepassen)

4. Analyse van controlekaarten
Interpreteren van controlekaarten en onderscheid maken tussen gewone en bijzondere oorzaken met behulp van regels voor het bepalen van de statistische controle. (Analyseren)

Het implementeren en valideren van oplossingen
Gebruik verschillende verbeteringsmethodes zoals brainstormen, main effects analysis, multi-vari studies, FMEA, measurement system capability re-analysis, en post-improvement capability analysis om oplossingen te identificeren, te implementeren en te valideren door middel van F-test, t-test, etc . (Creëren)

Controleplan
Helpen bij het ontwikkelen van een controleplan om de winsten te documenteren en te behouden, en helpen bij de implementatie van controles en monitorsystemen. (Toepassen)